Zo leer je je kind met geld omgaan
Rond de leeftijd van 4 tot 6 jaar gaat je kind steeds meer snappen van het concept geld. Het is daarom slim als je je kind rond die leeftijd ook laat kennismaken met geld, en hem leert hoe hij hiermee om kan gaan. Maar hoe pak je dat aan? Hierbij enkele handige tips.
Praat over geld
Praat regelmatig met je kind over geld. Vertel hem bijvoorbeeld dat je werkt omdat je geld moet verdienen. Van dat geld kunnen jullie kleding kopen, in jullie huis wonen, kopen jullie boodschappen en kunnen jullie af en toe leuke dingen doen, zoals naar een zwembad of pretpark. Door te praten over geld, begrijpt hij steeds meer wat geld inhoudt en dat dingen niet gratis zijn. Je kunt ook samen winkeltje spelen. Vraag bijvoorbeeld wat die tomaten kosten en laat je kind antwoorden. Hierbij kun je natuurlijk een beetje sturen en zeggen: ‘Zo dat zijn dure tomaten’. Je kunt ook samen naar de supermarkt toe waarbij je vertelt – en laat zien – wat bepaalde dingen kosten, zoals melk, brood of kaas. En laat hem daarna bijvoorbeeld met jouw portemonnee briefgeld geven.
Zorg voor contant geld
Hoewel we in Nederland vooral met een pinpas of mobiel betalen, is het voor je kind makkelijker om te leren hoe je met geld kunt omgaan als dit contant geld is. Geld moet zichtbaar en tastbaar zijn. Haal dus muntjes en biljetten in huis en kijk welke munten of biljetten hij al herkent. Vertel er ook bij wat je hier bijvoorbeeld mee kunt kopen. Zo krijgt je kind langzaam een besef van de waarde van geld en producten.
Naar de pinautomaat of online shoppen
Natuurlijk moet je kleuter ook begrijpen dat je geld kunt pinnen via een pinautomaat of dat je geld online kunt overmaken. Laat hem af en toe eens meekijken als jij online iets shopt en daarna online betaalt. Of ga samen langs een pinautomaat en laat zien hoe dit werkt. Veel kinderen denken dat zo’n apparaat non-stop geld uitdeelt, goed om dus te vertellen dat dit helaas niet zo werkt.
Zakgeld
Met zakgeld leert je kind spelenderwijs omgaan met geld. Hoeveel zakgeld je geeft, is aan jou. Meestal begin je met een klein bedrag (een paar euro). Hiervoor kan hij dan meteen iets kopen, zoals speelgoed of iets lekkers. Spreek van tevoren met je kind af wanneer hij zakgeld krijgt: wekelijks of één keer per maand, hoeveel geld hij dan krijgt en hoe lang hij hiermee moet doen. Slim is het ook om enkele regels op te stellen: dat hij er bijvoorbeeld niet steeds snoep van koopt en dit meteen mag opeten.
Sparen
Je kind kan zijn zakgeld meteen uitgeven aan iets kleins, maar hij kan het ook geld ook sparen. Leer je kleuter daarom hoe hij zijn geld kan bewaren. Geef hem bijvoorbeeld een eigen portemonnee of een spaarvarken. Moedig hem zeker ook aan om te sparen en leg uit dat hij dan over een poosje, als hij genoeg geld heeft, bijvoorbeeld wel die stoere Lego-auto kan kopen. Voor je kind is dit niet alleen leerzaam, maar het is voor hem ook leuk om te zien dat hij steeds meer geld bezit. Als je kind genoeg geld heeft gespaard, ga dan samen naar de winkel of koop online het speelgoed waar hij zo hard zijn best voor heeft gedaan.
Klusjes doen
Wil je kind eigenlijk meer zakgeld, maar vind jij dat niet nodig? Dan kun je ook besluiten om hem te belonen met geld als hij bepaalde klusjes uitvoert. Nu hoef je niet direct overal geld voor neer te leggen. Maar voor bepaalde extra klussen in en rondom huis, zoals de auto wassen of zijn kamer helemaal opruimen, kun je een beloning afspreken. Zo leert hij niet alleen dat hij moet werken voor geld, maar leert hij ook met meer geld om te gaan.
Rommelmarkt
De rommelmarkt is de perfecte plek om met geld te leren omgaan. Geef je kind vooraf een vast bedrag, dit mag hij uitgeven. Hij kan ervoor kiezen om alles in één keer uit te geven aan iets wat hij heel graag wilt hebben, maar hij kan ook besluiten om zo veel mogelijk spulletjes van dit bedrag te kopen. Help hem een beetje als hij dit lastig vindt, maar laat je kind zelf bepalen wat hij wil kopen. Laat hem zeker ook zelf bieden: hoeveel vindt hij dat boek waard? Ook leuk: ga zelf spullen verkopen. Laat je kind bepalen hoeveel zijn oude speelgoed of kleding waard is. En de opbrengst? Die mag hij zelf houden.